Het fundamentele werkingsprincipe van een stereomicroscoop omvat het gebruik van twee afzonderlijke optische paden, één voor elk oog, die een binoculair zicht bieden. Door dit binoculaire zicht kunnen de hersenen diepte en driedimensionaliteit waarnemen, vergelijkbaar met wat we met onze eigen ogen ervaren.
Hier is een vereenvoudigde uitleg van hoe een stereomicroscoop werkt:
Optisch pad: De stereomicroscoop bestaat uit twee afzonderlijke optische paden, één voor elk oog. Elk optisch pad omvat een reeks lenzen en spiegels die het licht manipuleren voordat het de ogen van de waarnemer bereikt.
Objectieflenzen: De stereomicroscoop heeft twee objectieflenzen gemonteerd op een roterende toren. Deze lenzen zijn ontworpen om een lage vergroting en een breed gezichtsveld te bieden. Ze vangen het licht van het monster op en vormen twee enigszins verschillende beelden: één voor elk oog.
Interpupillaire aanpassing: De afstand tussen onze ogen, bekend als de pupilafstand, varieert van persoon tot persoon. Stereomicroscopen hebben meestal een interpupillair aanpassingsmechanisme waarmee de waarnemer de afstand tussen de oculairs kan aanpassen aan zijn eigen interpupillaire afstand.
Oculairs: Elk optisch pad heeft een oculair waar de waarnemer doorheen kijkt. De oculairs vergroten de beelden gevormd door de objectieflenzen verder en richten deze in de ogen van de waarnemer.
Binoculair zicht: Omdat de optische paden enigszins gescheiden zijn, ziet elk oog een iets ander beeld van het monster. Deze ongelijkheid in de beelden creëert de perceptie van diepte en driedimensionaliteit. De hersenen integreren de twee beelden om één driedimensionaal beeld te vormen.
Verlichting: Stereomicroscopen hebben vaak ingebouwde verlichtingssystemen, zoals invallende (boven) of doorvallende (onder) verlichting. Deze lichtbronnen verlichten het preparaat, verbeteren de zichtbaarheid en bieden contrast voor observatie.
Focus en vergroting: Met de stereomicroscoop kan de waarnemer de focus aanpassen door de objectieflenzen omhoog of omlaag te brengen. Sommige modellen bieden ook zoommogelijkheden, waardoor variabele vergrotingsniveaus mogelijk zijn om aan verschillende behoeften te voldoen.
Door het binoculaire zicht, de lage vergroting en de driedimensionale perceptie te combineren, zijn stereomicroscopen bijzonder nuttig voor taken die fijne manipulatie, dissectie of gedetailleerd onderzoek van grotere objecten vereisen, zoals printplaten, geologische monsters, sieraden of biologische exemplaren.