De vergroting van een biologische microscoop is doorgaans laag, variërend van 40x tot 1000x. Dit komt omdat biologische monsters meestal transparant zijn en een matige vergroting vereisen om de structuren van cellen en weefsels waar te nemen.
Bij een biologische microscoop wordt de vergroting bepaald door de combinatie van de objectieflens en het oculair. Veel voorkomende vergrotingen van objectieflenzen zijn 4x, 10x, 40x en 100x, terwijl het oculair doorgaans een vergroting van 10x heeft. Daarom is de maximale vergroting van een typische biologische microscoop 100x objectief vermenigvuldigd met 10x oculair, wat gelijk is aan 1000x.
Het is belangrijk op te merken dat de vergroting van een biologische microscoop niet zo hoog is als die van een elektronenmicroscoop, omdat biologische monsters vaak complex van structuur zijn en het observatieproces vereist dat de levensvatbaarheid en integriteit van de monsters behouden blijft. Bovendien is de resolutie van een biologische microscoop ook cruciaal, omdat biologische structuren vaak erg klein zijn en een hoge resolutie vereisen om fijne details waar te nemen.
In bepaalde gespecialiseerde toepassingen die een hogere vergroting vereisen, zoals pathologisch onderzoek of microchirurgie, kan een oculair met een hogere vergroting (bijv. 16x of hoger) worden gebruikt in combinatie met geschikte oculairs om een hogere vergroting te bereiken. Deze waarnemingen met een hoge vergroting vereisen echter doorgaans complexere monstervoorbereidings- en microscopietechnieken en vereisen een grotere vaardigheid van de operator.